Dutch Dhaulagiri Expedition 2006 (Katja Staartjes & Henk Wesselius)


Eerdere berichten


10 mei: De zon, onze grootste vriend en vijand

In Nederland kun je dat niet voorstellen, maar tijdens een expeditie naar 8000 m is de zon je grootste vriend en vijand.

Grote uitersten, dat is het leven op een achtduizender. En dat geldt ook voor de zon. 's Morgens vroeg smachten we naar de zon, zeker in de hoogtekampen. Het is dan zo koud en onaangenaam, dat eigenlijk alleen de zon (letterlijk en figuurlijk) verlichting brengt. Hetzelfde geldt als we klimmen, in de schaduw en met veel wind. Zodra de zon verschijnt, wordt het klimmen makkelijker.

Maar teveel is nooit goed. En hier op deze hoogte heb je al snel teveel van het goede. Als we over het gletsjerplateau omhoog gaan met de felle zon, wordt het door de terugkaatsende straling via sneeuw en ijs zo warm, dat het onaangenaam wordt. Bovendien krijgen de meeste klimmers last van verbrande lippen en tong. Dat laatste wordt ook veroorzaakt door de weerkaatsing en het feit dat je met een licht geopende mond klimt (ademhaling). Deze verbrandingen zijn zeer pijnlijk, hebben Henk en ik in Pakistan gemerkt. Gelukkig hebben we er hier alleen maar in lichte mate last van gehad. Na 2 dagen op 4750 m herstelt het weefsel weer.

In het basiskamp is de zon, als die volop schijnt, ook erg irritant. Het wordt in onze eet- en slaaptent meer dan 45 graden celsius! Kortom, hier ga je niet meer lekker zitten. Toen we naar kamp 2 gingen de laatste keer, is het in onze basiskamptent kennelijk zo warm geweest, dat de plastic kam van Henk volledig is kromgetrokken.

Op het moment smelt het gletsjerijs ook flink, want de dagtemperaturen lopen met de dag op. En aangezien wij ons basiskamp op de gletsjermorene hebben staan, merken we daar dagelijks iets van. Het ijs om de tenten smelt het sneltst. We staan dus na een tijdje op een soort ijsheuvels. Vooral onder de bagagetonnen gaat het smelten langzamer, dus de tonnen staan helemaal op ijsbergjes. Op gegeven moment wordt dat te erg en valt alles telkens om. In die fase zaten wij met onze eettent. Vanmorgen hebben we hier dus maar eens actie op genomen: tent weghalen en ijsplateau egaliseren. Dus nu hebben wij weer een mooi vlak plateautje!

Voor al dit soort dingen hebben wij natuurlijk tijd genoeg, nu we eigenlijk alleen maar zitten te wachten op goed weer.

Wat is de planning inmiddels? We hebben vandaag erg zitten twijfelen: ofwel morgen omhoog gaan voor een klim en overnachting in kamp 2, puur ter check en onderhoud van dit kamp en verkassen van wat spullen. Maar met 2 dagen rust daarna betekent dat pas op zijn vroegst een echte toppoging vanaf 15 mei. Dus dat is een goed idee, als het weer tot die tijd niet goed genoeg is voor een toppoging, maar wel voldoende goed om laag op de berg actief te zijn.
Maar ja, misschien klaart het weer toch nog op en zouden we bijv. 13 mei kunnen vertrekken voor een mogelijke toppoging. Dan is het natuurlijk zonde om morgen voor even omhoog te gaan. Dan verspillen we onze energie.

Wat te doen? We hebben met de beslissing gewacht tot vanavond. Het weerbericht geeft eigenlijk alleen maar redelijk betrouwbare info tot en met 13 mei, en dat ziet er helemaal niet goed uit. Vooral voor morgen is de voorspelling slecht en dat hebben we ook kunnen zien aan onze barometers: de luchtdruk is vanmiddag omlaag geduikeld. Dus zelfs voor een klim naar kamp 2 lijkt het morgen niet geschikt. We zien dus af van een klimmetje omhoog ter check hebben we besloten.
Maar verder worden wij hier zolangzamerhand goed ziek in het basiskamp. We zitten hier nu al voor de tiende dag en het is nu echt genoeg geweest. Onze insteek wordt, dat wij ergens de komende dagen omhoog gaan voor een toppoging. Als deze mislukt, is er nog genoeg hersteltijd en wachttijd voor een tweede poging. Nu nog 20 dagen blijven wachten op mooi weer is ook niet de oplossing, want onze spieren atrofieren waar we bij zitten en bovendien moeten we ook actief blijven op hoogte. En daarnaast blijkt de voorspelling ook niet altijd volledig betrouwbaar. Het is lastig, maar we moeten de juiste balans zien te vinden.
Op dit moment doen we helaas nog helemaal niets: morgen zijn we nog steeds op 4750 m. Voor de elfde dag.



    
De zon, onze grootste vriend en vijand